Whisky (Schots/Canadees) of whiskey (Iers/Amerikaans) is een sterke drank die is gedistilleerd uit gegist graanbeslag en gerijpt op houten vaten. De naam van het Iers-Gaelische Uisce Beatha of Uisge Beatha (uitspraak [ˈɪʃcə ˈbʲahə] of fonetisch in het Nederlands ongeveer iesjkje bjahe) en het Schots-Gealische Usquebaugh uskwebà), wat “levenswater” betekent.
Van het graan wordt een beslag gemaakt, dat men vervolgens laat gisten. Gist zet de in het beslag aanwezige suikers om in alcohol. Zo ontstaat een vloeistof met een alcoholpercentage van ongeveer 7,5%. Deze vloeistof wordt gedistilleerd waardoor ongewenste stoffen eruit verdwijnen en het alcoholpercentage stijgt. Vervolgens wordt ze verdund tot het alcoholpercentage 65% bedraagt, en in eikenhouten vaten opgeslagen om te rijpen. Na een bepaalde tijd (afhankelijk van de toepasselijke wetgeving) mag ze whisky genoemd worden en wordt ze gebotteld. Anders dan bij wijn stopt het rijpingsproces bij het bottelen en is de drank lang houdbaar zonder smaakverandering. De leeftijd van een whisky slaat daarom op de tijd dat hij gerijpt heeft.